Dit wil de politiek met de economie van Veenendaal

Op 21 maart mogen we naar de stembus. Heb je als ondernemer geen zin om alle verkiezingsprogramma’s door te worstelen? Business in Veenendaal zet de economische highlights uit de verkiezingsprogramma’s voor je op een rij.

Laten we voorop stellen: alle partijen die meedoen aan de verkiezingen hebben het beste voor met de economie. Ze strooien scheutig met complimenten aan u als ondernemer. U bent onmisbaar (VVD), de ruggengraat van onze economie (SGP) en een banenmotor (PvdA). Dat is fijn om te weten als u binnenkort één van de raadsleden tegen het lijf loopt. Maar voor complimenten koopt u natuurlijk niets. Wat gaan de politieke partijen voor u doen in de komende vier jaar?

VVD
Van de VVD verwacht u een stevige economische paragraaf en die is er dan ook. Die ademt het typische liberale gedachtegoed. Ondernemers weten zelf het beste hoe zij hun bedrijf willen runnen. Dus weg met overbodige, tegenstrijdige, nutteloze en niet handhaafbare regels. En nieuwe regels krijgen als het aan de VVD ligt standaard een einddatum. Minder regelgeving is volgens de liberalen ook de manier om Veenendaal duurzamer te maken. Laat die transitie maar over aan de vrije markt, klinkt het. Ook lage belastingen staan op het wensenlijstje, net als een actieve houding om bedrijven naar Veenendaal te lokken. Als het gaat om Veenendaal als winkelstad, neemt de partij nog concreter stelling. Het Stadsstrand moet blijven, de winkelroute aan de ‘lelijke zijde’ van de Corridor afgemaakt, er moeten veel evenementen plaatsvinden en de koopzondag dient behouden te blijven.

SGP
Op dat laatste punt staat de VVD lijnrecht tegenover huidige coalitiegenoot SGP. De Veenendaalse economie is óók vitaal als er niet zeven dagen geshopt wordt, stellen de staatskundig gereformeerden. Het afschaffen van de koopzondag is daarom als speerpunt opgenomen in het programma. Maar er is meer. De partij wil bijvoorbeeld dat Veenendaal een voortrekkersrol op zich neemt om een circulaire economie te realiseren. Ook moeten vooral ICT-bedrijven en winkels naar Veenendaal gelokt worden via actieve branding, acquisitie en een rode-loper-aanpak. Zo min mogelijk regels en een beperkte lastendruk zijn als het aan de SGP ligt straks ook visitekaartjes van Veenendaal.

CDA
Bij die andere christelijke collegepartij wordt de soep over de koopzondag minder heet gegeten dan opgediend. Het CDA is er niet gelukkig mee, maar verzet zich er ook niet tegen. De Christendemocraten waarschuwen daarbij wel dat boetes vanwege het niet-openen op zondag onbespreekbaar zijn. Het programma van het CDA concentreert zich verder rondom het stimuleren van ‘sociaal ondernemerschap’, waarbij de winst van bedrijven sociale kansen oplevert en duurzaamheid bevordert. Een voorbeeld daarvan is de 100.000 euro die het CDA via premies wil uitkeren aan bedrijven die hun energielabel een stevige upgrade geven. Verder wil de partij bedrijventerreinen duurzaam vernieuwen, bijvoorbeeld via ruilverkaveling, en moet er een taskforce werkgelegenheid en economie komen, die zich buigt over de aansluiting tussen onderwijs en arbeidsmarkt.

ChristenUnie
Aan de linkerkant van het christelijke spectrum is de ChristenUnie evenmin gelukkig met shoppen op zondag, maar spreekt het ook geen veto uit. De partij richt haar pijlen de komende vier jaar op ‘gezonde’ economische groei, met aandacht voor gelijke kansen, duurzaamheid en kwaliteit van leven. De gemeente geeft daarbij als het aan Engbert Stroobosscher en consorten ligt het goede voorbeeld door social return op te nemen als aanbestedingsvoorwaarde en mkb’ers en sociale ondernemers uit Veenendaal grotere kans te geven om aan de slag te gaan voor de gemeente. De partij wil verder de binnenstad versterken door het winkelrondje aan de Brouwersgracht af te maken en het gebied rondom de Lampegiet te ontwikkelen. Ook moet er een oplossing voor parkeren komen, waarbij CU voorsorteert met de optie van een loyaliteitsprogramma, het vervroegd afschrijven van investeringen in parkeergarages. Dat moet uiteindelijk resulteren in de laagste parkeertarieven in de regio.

D66
De laatste coalitiepartij – D66 – zet vooral in op ‘schone’ economische groei. D66 wil dat Veenendaal bedrijven uitdaagt om de omslag te maken naar een circulaire economie. Bedrijven en onderwijs moeten samen aan de slag om personeel op te leiden dat de energietransitie vormgeeft. De gemeente geeft dan natuurlijk zelf het goede voorbeeld, aldus D66, door zo duurzaam en circulair mogelijk in te kopen. De partij haakt verder aan op Veenendaal als ICT- en Winkelstad, waarbij het wel haar eigen accenten legt. Winkelpubliek komt niet alleen om te shoppen, menen de democraten. De partij wil daarom beleid ondersteunen waarbij kleine ambachtelijke bedrijven, curiosawinkels, starters en kunstenaars zich laagdrempelig kunnen vestigen in het centrum, eventueel in leegstaande winkelruimten.

GroenLinks
Grote kans dat de democraten straks goed zaken kunnen doen met GroenLinks. De partij legt namelijk dezelfde economische accenten. Duurzaamheid wordt het uitgangspunt bij het ontwikkelen van nieuw economisch beleid, de gemeente moet bedrijven helpen om circulair te gaan ondernemen, grote industriële bedrijven moeten weg uit woonwijken. Toch zitten er ook verrassende elementen in het programma van de partij. Zo wil GroenLinks dat niet alleen ondernemersverenigingen, maar ook zzp’ers en werknemers mee gaan praten over de ontwikkeling van de Veense economie. Verder waarschuwen Kees Oskam en consorten dat niet iedereen aan het werk kan als software engineer. Veenendaal moet zich daarom ook profileren als aantrekkelijke vestigingsplaats voor schone maakindustrie.

Lokaal Veenendaal
Lokaal Veenendaal, onder aanvoering van Kees Lochtenberg, komt met een lokaal liberaal economisch programma. Met bijvoorbeeld een roep om lage lokale lasten en een beleid dat mensen uit de bijstand zoveel mogelijk stimuleert om aan de slag te gaan. Regionale samenwerking? Prima, maar alleen als het Veenendaal wat oplevert. Koopzondag? Graag, en als het kan nog vaker dan nu. Om de euro’s in de winkelstraten te laten rollen wil Lokaal Veenendaal verder dat de stijging van de parkeertarieven stopt. Sterker nog, de lokaal liberalen willen een onderzoek naar vrij parkeren in Veenendaal. Verder pleit de partij voor een ICT-opleiding (hbo of wo) binnen de gemeentegrenzen.

SP
De SP legt in haar economische paragraaf vooral sociale accenten. De partij zet bijvoorbeeld ideologische piketpaaltjes met een pleidooi tegen verdere flexibilisering van de arbeidsmarkt, misbruik van werkzoekenden via snuffelstages en proefplaatsingen en schijnzelfstandigheid onder zzp’ers. Ook waarschuwen de socialisten voor een eenzijdige focus op werkgelegenheid in de food- en it-sector. Laaggeschoolde inwoners dreigen daardoor buiten de boot te vallen. De gemeente moet daarom als het aan de SP ligt een ondernemersklimaat stimuleren waarin bedrijven ook voldoende laaggeschoolde arbeid uitvoeren.

PvdA
Daarin vindt de SP lokaal de PvdA aan haar zijde. Vast werk is een recht, geen strenge selectie voor je een beroep kunt doen op het sociale gemeentelijke vangnet. Daarmee is de toon gezet. De partij omarmt de gemeentelijke strategie met de focus op ICT en het versterken van de winkelstadfunctie, waarbij het vooral dat laatste speerpunt uitwerkt. De partij wil een integraal plan waarin onder meer het afmaken van de Brouwerspoort, het behoud van het stadsstrand, de opwaardering van het horecaplein en een eventuele verhuizing van het theater aan bod komen.

DENK
Nieuwkomer DENK tot slot richt zich in haar programma met name op de kleine ondernemers. Het zijn volgens de partij vooral de slagers, bakkers, kappers en supermarkten die de economische kar trekken en dus gesteund moeten worden. Bijvoorbeeld met lagere lasten en vermindering van de regeldruk. De partij is voor een maandelijkse koopzondag, waarbij winkeliers zelf bepalen of ze hun winkel openen. De retail krijgt verder een steuntje in de rug doordat parkeren de eerste twee uur gratis wordt en ‘parkeertarieven die neerkomen op uitbuiting’ omlaag gaan. Uniek is de partij ook met haar pleidooi voor het stimuleren van de ‘diversiteitseconomie’.